De helft van hen kon de hemel niet in!

Ik deel een dringend woord van de Heer met u over de gelijkenis van de tien maagden zoals opgetekend in het evangelie van Mattheüs hoofdstuk 25. De helft van hen kon de hemel niet binnengaan.
Deze tien maagden kenden allemaal de Heer, ze volgden allemaal de Heer, maar vijf van de tien, dat is de helft, mochten niet naar binnen en de Heer berispte hen en zei: 'Ik ken jullie niet!'
Het is vreselijk en vreselijk als de Heer je niet kent. De waarschuwing is dat de vijf dwaze maagden, de helft van hen, de Heer kenden, maar de Heer Jezus Christus kende hen niet. Begrijp alsjeblieft dat deze vijf dwaze maagden ervan overtuigd waren dat de Heer hen kende en ze waren er ook erg van overtuigd om de bruidegom te ontmoeten, maar hun namen waren niet geschreven in het boek des levens van het Lam. Net zoals de Heer Jezus Christus zegt in het zevende hoofdstuk van het evangelie van Matteüs: “Niet iedereen die tegen mij zegt: 'Heer, Heer', zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, maar alleen hij die de wil van mijn Vader doet wie is er in de hemel." (Mat 7:21)

De helft van hen kon de hemel niet binnengaanIk leg de nadruk op het feit dat de dwaze maagden, het grote aantal en de helft van allemaal, overtuigd waren om de bruidegom te ontmoeten, dit is een ernstige waarschuwing. Mag ik u eraan herinneren dat de zeven kerken die in de eerste hoofdstukken van de Openbaring worden beschreven, zeven verschillende kerken en gelovigen vertegenwoordigen en afgezien van slechts één; iedereen kreeg te horen dat ze zich moesten bekeren.

Zie ook de mooie illustratie.

De wedergeboren gelovigen worden de bruid van Christus genoemd en de Heer is de Bruidegom.
De roep om middernacht stelt de Bruidegom voor die zijn bruid komt halen om haar naar huis te brengen, bij het blazen van de trompet, dit is de opname:
“Want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een geroep, met de stem van de aartsengel en met de bazuin van God: en de doden in Christus zullen eerst opstaan: dan zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden opgenomen. in de wolken, om de Heer in de lucht te ontmoeten: en zo zullen we altijd met de Heer zijn.” (1 Thes. 4:16-17)

Dus nu we dit weten en begrijpen, moeten we de vraag beantwoorden waarom vijf maagden dwaas werden genoemd en niet naar binnen mochten, omdat de Heer ze niet heeft bewaard. Hij had geen relatie met hen. De dwazen werden in feite voor de gek gehouden want ze hadden een vorm van godsvrucht maar ontkenden de kracht ervan.
(2 Tim. 3: 5)

Zowel de dwaze als de wijze maagden maakten zich klaar om de Heer te ontmoeten, ze kenden de Heer allemaal. Het enige verschil dat in de gelijkenis wordt genoemd, is dat de wijze maagden olie meenamen en de dwazen geen olie meenamen.
Terwijl de Heer vertoefde en ze sliepen, maar pas toen de roep om middernacht kwam om de Heer te ontmoeten, merkten de dwaze maagden dat hun lampen geen olie meer hadden en waren uitgegaan.
Ze gebood eerst de wijze maagden om hun hun olie te geven, wat wijst op hun trotse en goddeloze houding, de wijzen zeiden nee niet dus anders hebben we niet genoeg, dus de dwaze maagden moesten terug om olie te kopen, terwijl ze terug gingen om olie te kopen, zegt de Schrift:
“En terwijl ze gingen kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar de bruiloft; en de deur werd gesloten. Daarna kwamen ook de andere maagden en zeiden: Heer, Heer, doe ons open. Maar hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet. Waak daarom, want u weet noch de dag noch het uur waarop de Zoon des mensen komt.” (Mt 25:10-13)
De olie in de hele Schrift vertegenwoordigt de Heilige Geest en heiligheid. Op het moment dat de dwaze maagden zich realiseerden dat ze geen olie meer hadden, was het al te laat. Als de Heer fouten vindt en zes van de zeven gelovigen zegt zich te bekeren, let dan alstublieft op wat de Geest zegt.
De Heer roept jou en mij op om te bidden en Hem te vragen alles te openbaren wat niet heilig en juist is in Zijn ogen, zodat we ons kunnen bekeren en om Zijn hulp kunnen bidden om op die gebieden te overwinnen, zodat we inderdaad door Hem zonder vlek gevonden mogen worden. of vlek.

'En zie, ik kom spoedig; en mijn beloning is bij mij, om een ​​iegelijk te geven naar zijn werk zal zijn.” (Op 22:12)

Liefde en zegeningen
Evangelist Vincentius
Bekijk ook de echt goede podcasts